NJ 1991, 89
Rb. Zutphen, 23-11-1989
Rb. Zutphen 23-11-1989, ECLI:NL:RBZUT:1989:AD0954
- Instantie
Rechtbank Zutphen
- Datum
23 november 1989
- Magistraten
Makkink, De Bie, Mees
- Zaaknummer
[1989-11-23/NJ_65053]
- LJN
AD0954
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBZUT:1989:AD0954, Uitspraak, Rechtbank Zutphen, 23‑11‑1989
- Wetingang
BW art. 1:431; BW art. 1:438; BW art. 1:449
Essentie
Vordering tot vergoeding van immateriele schade betreffende een onder bewind gestelde. Door wie in te stellen, betrokkene of bewindvoerder? Reikwijdte machtiging kantonrechter.
Samenvatting
De bewindvoerder moet als de formele procespartij worden beschouwd in gedingen de onder bewind gestelde goederen betreffende. Daartoe behoren mede alle toekomstige vermogensbestanddelen van de rechthebbende en dus ook een vordering tot vergoeding van immateriele schadevergoeding. De vordering had derhalve niet door eiser, maar door de bewindvoerder moeten worden ingesteld.
De door de kantonrechter aan eiser verleende machtiging om de vordering aanhangig te maken doet aan dit oordeel niet af. Art. 1:438 lid ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.