Einde inhoudsopgave
Handreiking Administratieve Onteigeningsprocedure
4.1.1 Stap 1: Opstellen van het ontwerp van het koninklijk besluit en voorbereiding van de kennisgeving van het ontwerp
Geldend
Geldend vanaf 16-01-2016
- Bronpublicatie:
16-01-2016, Internet 2016, www.rijkswaterstaat.nl (uitgifte: 16-01-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
16-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-01-2016, Internet 2016, www.rijkswaterstaat.nl (uitgifte: 16-01-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onteigeningsrecht / Algemeen
Onteigeningsrecht / Onteigening
Op de voorbereiding van de beslissing tot aanwijzing ter onteigening (in de vorm van een koninklijk besluit) is afdeling 3.4 van de Awb (artikel 63, eerste lid of artikel 78 tweede lid, onteigeningswet) van toepassing. Dit betekent dat het ontwerp van het te nemen koninklijk besluit met de onteigeningsstukken ter inzage moet worden gelegd (artikel 3:11, eerste lid, Awb). Daaraan voorafgaand moet daarvan via een of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen kennis worden gegeven (artikel 3:12, eerste lid, Awb). Het koninklijk besluit is een besluit van een tot de centrale overheid behorend bestuursorgaan (de Kroon), zodat de kennisgeving in ieder geval (ook) in de Staatscourant moet worden geplaatst (zie het tweede lid van artikel 3:12). Verder moet het ontwerpbesluit voorafgaand aan de terinzagelegging aan de belanghebbenden en aan de verzoeker worden toegezonden (artikel 3:13, eerste lid, Awb).
Op basis van deze bepalingen stelt de Kroon allereerst het ontwerp van het koninklijk besluit op.
De Kroon stelt tevens de tekst van de kennisgeving in de kranten op. Belangrijk is daarin de vermelding van de wijze waarop belanghebbenden hun zienswijze kunnen indienen, dat zij kunnen worden gehoord en het aankondigen van een datum, tijdstip en plaats voor een eventuele hoorzitting.
De Kroon zet hiertoe de volgende stappen:
- a.
het vaststellen van de periode van de terinzagelegging van de stukken. De stukken liggen gedurende zes weken ter inzage in de gemeente(n) waar onteigening noodzakelijk is (artikel 3:11, vierde lid, juncto artikel 3:16, eerste lid, Awb);
- b.
het vaststellen van de datum van de hoorzitting;
- c.
het opstellen van de tekst van de kennisgeving van de terinzagelegging van het ontwerpbesluit en van de onteigeningsstukken, waarbij tevens de plaats en het tijdstip van de hoorzitting wordt aangekondigd.