Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling Belastingwet BES
Artikel 8.8a
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2014
- Bronpublicatie:
30-12-2013, Stcrt. 2013, 36216 (uitgifte: 30-12-2013, regelingnummer: DB2013/599M)
- Inwerkingtreding
01-01-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-12-2013, Stcrt. 2013, 36216 (uitgifte: 30-12-2013, regelingnummer: DB2013/599M)
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Belastingrecht algemeen (V)
1.
Het tijdvak waarover de kansspelbelasting die wordt geheven van de belastingplichtige, bedoeld in artikel 7a.1, onderdeel a, van de wet, moet worden betaald, is de kalendermaand.
2.
Ten aanzien van de belastingplichtige met een boekjaar van twaalf maanden dat niet samenvalt met het kalenderjaar, treden de boekjaarmaanden in de plaats van de kalendermaanden.
3.
In bijzondere gevallen kan de inspecteur een ander tijdvak dan de kalendermaand aanwijzen als tijdvak waarover de van de belastingplichtige, bedoeld in het eerste lid, geheven kansspelbelasting moet worden betaald.
4.
Ten aanzien van de belastingplichtige, bedoeld in het eerste lid, die op enig tijdstip, anders dan tijdelijk, ophoudt belastingplichtige te zijn, wordt het tijdvak waarover de kansspelbelasting ingevolge het eerste lid moet worden betaald vervangen door het op dat tijdstip verstreken gedeelte van dat tijdvak.