HR, 09-10-2009, nr. 07/11868

Documentgegevens:

HR 09-10-2009, ECLI:NL:PHR:2009:BF3856

Instantie: Hoge Raad (Belastingkamer)
Datum: 9 oktober 2009
Magistraten: Mrs. Lourens, Bavinck, Leemreis, Overgaauw en Van Loon
Zaaknummer: 07/11868
LJN: BF3856
Vakgebied(en): Inkomstenbelasting / Inkomen uit werk en woning (box 1) - niet-winst
Inkomstenbelasting / Vermogensrendementsheffing (box 3)
Vermogensrecht (V)
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Inkomstenbelasting / Aanmerkelijk belang (box 2)
Inkomstenbelasting / Winst
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2009:BF3856, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑10‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BF3856, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑10‑2009
Wetingang: Wet VPB 1969 art. 8; Wet IB 2001 art. 3.8; Wet IB 2001 art. 3.92; Wet IB 2001 art. 5.1; Wet IB 2001 art. 5.2; Wet IB 2001 art. 5.3

Essentie

Rechtsvinding — redelijke wetstoepassing. Dient ook onder de Wet IB 2001 nog de onder de Wet IB 1964 gevolgde, in de jurisprudentie ontwikkelde, benadering te worden gevolgd waarbij met een beroep op de redelijke wetstoepassing — om recht te doen aan de samenhang tussen de vennootschapsbelasting en de inkomstenbelasting — wordt afgeweken van het uitgangspunt dat bij de totaalwinstbepaling van een vennootschap voordelen die hun oorzaak uitsluitend vinden in de betrekking tussen de vennootschap en de aandeelhouder buiten aanmerking moeten worden gelaten?

Uitspraak

Hoge Raad, onder meer:

‘3.1.1 Belanghebbende houdt zich onder meer bezig ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.