NJB 2009, 774
HR, 03-04-2009, nr. 42468
HR 03-04-2009, ECLI:NL:PHR:2009:BC2820
- Instantie
Hoge Raad (Belastingkamer)
- Datum
3 april 2009
- Magistraten
Mrs. Van Vliet, Lourens, Bavinck, Punt en Overgaauw
- Zaaknummer
42468
- Conclusie
Niessen
- LJN
BC2820
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Vennootschapsbelasting (V)
Milieubelastingen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BC2820, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑04‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BC2820, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑04‑2009
- Wetingang
Essentie
‘Minas’-heffingen; Meststoffenwet. Gebreken in de uitvoering van door regelgeving voorgeschreven wijze van bemonstering maken regeling als zodanig niet onverbindend, maar kunnen wel ertoe leiden dat uitkomsten bemonstering niet aan heffing ten grondslag kunnen worden gelegd. Hoge Raad geeft aan in welke gevallen een aanslag verminderd dient te worden, en hoe een heffingsplichtige aannemelijk kan maken dat een zodanig geval zich voordoet. Geen strijdigheid met diverse internationale regelingen.
Uitspraak
Beroep in cassatie heffingsplichtige
Hoge Raad, onder meer:
‘3 Beoordeling van de middelen
3.1 In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
3.1.1 In de Integrale Notitie mest- ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.