NJB 2009, 291
HR, 23-01-2009, nr. 07/10942
HR 23-01-2009, ECLI:NL:PHR:2009:BD3566
- Instantie
Hoge Raad (Belastingkamer)
- Datum
23 januari 2009
- Magistraten
Mrs. Van Vliet, Lourens, Leemreis, Punt, en Overgaauw
- Zaaknummer
07/10942
- Conclusie
A-G Wattel
- LJN
BD3566
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Fiscaal procesrecht (V)
Fiscaal bestuursrecht / Aanslag
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BD3566, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑01‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BD3566, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑01‑2009
- Wetingang
AWR art. 16
Essentie
Anders dan in de boetesfeer, in de belastingheffingsfeer wél toerekening aan de belastingplichtige van (voorwaardelijke) opzet van degene die de aangifte voor de belastingplichtige heeft opgesteld, mede omdat strafrechtelijk beginselen niet van toepassing zijn.
Partij(en)
Beroep in cassatie staatssecretaris.
Uitspraak
Hoge Raad, onder meer:
‘3.2 Het Hof heeft geoordeeld dat voor het in aanmerking nemen van kwade trouw als bedoeld in artikel 16, lid 1, tweede volzin, AWR met betrekking tot het doen van een onjuiste aangifte ten minste sprake moet zijn van voorwaardelijke opzet. In dit verband heeft het Hof geoordeeld dat belanghebbende de fouten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.