AB 2008, 227
HR, 25-04-2008, nr. 43.871
HR 25-04-2008, ECLI:NL:HR:2008:BD0469, m.nt. R. Ortlep
- Instantie
Hoge Raad (Belastingkamer)
- Datum
25 april 2008
- Magistraten
Mrs. J.W. van den Berge, C.J.J. van Maanen, C. Schaap, J.W.M. Tijnagel, A.H.T. Heisterkamp
- Zaaknummer
43.871
- Noot
R. Ortlep
- LJN
BD0469
- JCDI
JCDI:ADS96215:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Bestuursprocesrecht / Hoger beroep
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
Bestuursrecht algemeen (V)
Fiscaal bestuursrecht / Bezwaarfase
Bestuursprocesrecht / Administratief beroep
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Bestuursprocesrecht / Beroep
Bestuursprocesrecht / Bezwaar
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BD0469, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑04‑2008
- Wetingang
Essentie
Ontvankelijk bezwaar tegen boete betekent niet automatisch een ontvankelijk bezwaar tegen een belastingaanslag; bewijslast termijnoverschrijding; verhouding in rechte onaantastbaar geworden belastingaanslag en boete.
Samenvatting
Het middel slaagt. Overeenkomstig het sedert 1 januari 1998 geldende (boete)recht zijn de aanslagen en de boetes bij afzonderlijke beschikkingen vastgesteld. Dat brengt mee dat de ontvankelijkheid van het bezwaar ten aanzien van elk van beide beschikkingen afzonderlijk beoordeeld dient te worden. Aangezien art. 6 EVRM niet toepasselijk is op de procedure met betrekking tot de aanslagen, geldt art. 6:11 van de Algemene wet bestuursrecht in zoverre onverkort, zodat in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.