NJB 2008, 25
HR, 05-10-2007, nr. 43.268
HR 05-10-2007, ECLI:NL:PHR:2007:AZ9098
- Instantie
Hoge Raad (Belastingkamer)
- Datum
5 oktober 2007
- Magistraten
Mrs. Van Vliet, Van Amersfoort, Lourens, Leemreis, Punt
- Zaaknummer
43.268
- Conclusie
A-G Niessen
- LJN
AZ9098
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Bestuursprocesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:AZ9098, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑10‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:AZ9098, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑10‑2007
- Wetingang
Essentie
Het feit dat de Hoge Raad in het verleden geen prejudiciële vragen heeft gesteld, terwijl er (naar belanghebbende meent) gerede twijfel was of de Nederlandse wet in overeenstemming was met de Zesde richtlijn, vormt niet een bijzondere omstandigheid die ertoe moet leiden dat de overschrijding van de bezwaartermijn belanghebbende niet kan worden toegerekend.
Partij(en)
Beroep in cassatie belastingplichtige
Uitspraak
Feiten
Belanghebbende heeft de Inspecteur verzocht haar ambtshalve teruggaaf van omzetbelasting te verlenen. Dit verzoek is door de Inspecteur aangemerkt als een bezwaarschrift tegen de ingediende aangiften omzetbelasting over de desbetreffende perioden, welk bezwaarschrift hij bij uitspraak niet-ontvankelijk heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.