HR, 12-01-2007, nr. 39819

Documentgegevens:

HR 12-01-2007, ECLI:NL:HR:2007:AV2318

Instantie: Hoge Raad (Belastingkamer)
Datum: 12 januari 2007
Magistraten: Mrs. Van den Berge, Monné, Van Amersfoort, Lourens, Leemreis
Zaaknummer: 39819
Conclusie: A-G Wattel
LJN: AV2318
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Schenk- en erfbelasting (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2007:AV2318, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑01‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:AV2318, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑01‑2006
Wetingang: BW (oud) art. 1167; EG-Verdrag art. 56; EG-Verdrag art. 58; VB art. 13; SW (tekst 1998) art. 5

Essentie

De Hoge Raad vraagt HvJ EG of de vrijheid van kapitaalverkeer eraan in de weg staat dat Nederland een erfrechtelijke verkrijging belast met recht van overgang zonder rekening te houden met overbedelingsschulden.

Uitspraak

In 1998 is erflater, gehuwd met belanghebbende, X, overleden. X en erflater hadden vier kinderen. Erflater woonde bij zijn overlijden langer dan tien jaar buiten Nederland. Erflaters nalatenschap is krachtens ouderlijke boedelverdeling aan X toegedeeld, onder de verplichting wegens overbedeling aan de kinderen hun erfdelen contant uit te keren. Tot de nalatenschap behoorde erflaters aandeel in een Nederlandse onroerende zaak met een waarde van ƒ 475 000 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.