NJ 2001, 96
Onteigening. Geen bindende eindbeslissing in tussenvonnis.
HR 18-10-2000, ECLI:NL:PHR:2000:AA8072, m.nt. P.C.E. van Wijmen
- Instantie
Hoge Raad (Belastingkamer)
- Datum
18 oktober 2000
- Magistraten
E. Korthals Altes, J.L.M. Urlings, A.G. Pos, D.H. Beukenhorst, C.B. Bavinck
- Zaaknummer
1289
- Conclusie
A-G Wattel
- Noot
P.C.E. van Wijmen
- LJN
AA8072
- JCDI
JCDI:ADS144627:1
- Vakgebied(en)
Onteigeningsrecht / Onteigening
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA8072, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑10‑2000
ECLI:NL:PHR:2000:AA8072, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑10‑2000
- Wetingang
Ow art. 17; Ow art. 18; Ow art. 19; Ow art. 20; Ow art. 21; Ow art. 22; Ow art. 23; Ow art. 24; Ow art. 25; Ow art. 26; Ow art. 27; Ow art. 28; Ow art. 29; Ow art. 30; Ow art. 31; Ow art. 32; Ow art. 33; Ow art. 34; Ow art. 35; Ow art. 36; Ow art. 37; Ow art. 38; Ow art. 39; Ow art. 40; Ow art. 41; Ow art. 42; Ow art. 43; Ow art. 44; Ow art. 45; Ow art. 46; Ow art. 47; Ow art. 48; Ow art. 49; Ow art. 50; Ow art. 51; Ow art. 52; Ow art. 53; Ow art. 54
Essentie
Onteigening. Geen bindende eindbeslissing in tussenvonnis.
Samenvatting
Het middel, waarin wordt betoogd dat het onteigenings(proces)recht niet de figuur van de bindende eindbeslissing in tussenuitspraken kent, is gegrond.
Partij(en)
De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Stena Line Holland BV, te Rotterdam (Hoek van Holland), eiseres tot cassatie, voorwaardelijk incidenteel verweerster, adv. mr. J.G. de Vries Robbé,
tegen
het Hoogheemraadschap van Delfland, te Delft, verweerder in cassatie, voorwaardelijk incidenteel eiser, adv. mr. H.A. Groen.
Voorgaande uitspraak
Rechtbank:
1. Het verdere verloop van het geding
1.1
De rechtbank verwijst naar en neemt hier over hetgeen is overwogen en beslist bij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.