NJ 2000, 61
Onteigening. Terugvordering van het onteigende. Begrip schadeloosstelling in art. 61 Onteigeningswet.
HR 20-07-1999, ECLI:NL:HR:1999:ZD2951, m.nt. P.C.E. van Wijmen
- Instantie
Hoge Raad (Belastingkamer)
- Datum
20 juli 1999
- Magistraten
Urlings, Zuurmond, Pos, Beukenhorst, Monné
- Zaaknummer
1260
- Conclusie
A-G Ilsink
- Noot
P.C.E. van Wijmen
- LJN
ZD2951
- JCDI
JCDI:ADS144657:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Onteigeningsrecht / Onteigening
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:ZD2951, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑07‑1999
- Wetingang
Ow art. 61
Essentie
Onteigening. Terugvordering van het onteigende. Begrip schadeloosstelling in art. 61 Onteigeningswet.
Samenvatting
Van de destijds ontvangen schadeloosstelling behoeft niet meer te worden terugbetaald dan wat is toegekend voor het verlies van de werkelijke waarde van de onteigende zaak en voor waardevermindering van het overblijvende.
Partij(en)
- 1.
Maria Cornelia Bakkeren-Van Linschoten, te Rotterdam,
- 2.
Antonia Johanna Bakkeren, te Scherpenzeel,
- 3.
Hubertus Pieter Bakkeren, te Zevenhuizen,
- 4.
Johannes Cornelis Bakkeren, te Zevenhuizen,
- 5.
Mathijs Jacob Bakkeren, te Rotterdam,
- 6.
Sara Johanna Claziena Bakkeren, te Nieuwerkerk aan den IJssel,
- 7.
Martina Wilhelmina Bakkeren, te Nieuwerkerk aan den IJssel,
- 8. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.