NJ 2000, 170
Arbeidskostenforfait. Gelijkheidsbeginsel; gelijke gevallen; onbelangrijk verschil rechtvaardiging ongelijkheid? Rechtsbescherming: rechter of wetgever.
HR 12-05-1999, ECLI:NL:PHR:1999:AA2756, m.nt. A.R. Bloembergen (Arbeidskostenforfait)
- Instantie
Hoge Raad (Belastingkamer)
- Datum
12 mei 1999
- Magistraten
Zuurmond, Fleers, Pos, Beukenhorst, Monné
- Zaaknummer
33320
- Conclusie
A-G Van den Berge
- Noot
A.R. Bloembergen
- LJN
AA2756
- Roepnaam
Arbeidskostenforfait
- JCDI
JCDI:ADS64891:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Discriminatieverbod
Europees belastingrecht / Discriminatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA2756, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑05‑1999
ECLI:NL:PHR:1999:AA2756, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑05‑1999
- Wetingang
Essentie
Arbeidskostenforfait. Gelijkheidsbeginsel; gelijke gevallen; onbelangrijk verschil rechtvaardiging ongelijkheid? Rechtsbescherming: rechter of wetgever.
Beoordelingsvrijheid wetgever bij beantwoording vraag of gevallen voor de toepassing van IVBPR en EVRM als gelijk moeten worden beschouwd, en of, bij bevestigende beantwoording, een objectieve en redelijke rechtvaardiging bestaat. De wetgever kon bij de verhogingen van het arbeidskostenforfait in redelijkheid niet tot de conclusie komen dat tussen werkenden met hoge arbeidskosten en werkenden met standaardkosten sprake is van ongelijke gevallen of dat voor de ongelijke behandeling van die gevallen een redelijke en objectieve rechtvaardiging bestaat. Geen kwantitatief onbelangrijke bevoordeling. Vraag wanneer ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.