NJ 2000, 479
Landinrichting. Lijst geldelijke regelingen. Verdeling niet-agrarische meerwaarde tussen erfpachter en bloot eigenaar.
HR 09-12-1998, ECLI:NL:PHR:1998:ZD2962, m.nt. P.C.E. van Wijmen
- Instantie
Hoge Raad (Belastingkamer)
- Datum
9 december 1998
- Magistraten
Urlings, Zuurmond, Fleers, Pos, Monné
- Zaaknummer
1249
- Conclusie
A-G Ilsink
- Noot
P.C.E. van Wijmen
- LJN
ZD2962
- JCDI
JCDI:ADS144663:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Ruimtelijk bestuursrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:ZD2962, Uitspraak, Hoge Raad (Belastingkamer), 09‑12‑1998
ECLI:NL:PHR:1998:ZD2962, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑12‑1998
- Wetingang
Landinrichtingswet art. 212
Essentie
Landinrichting.
Lijst der geldelijke regelingen. Verdeling van niet-agrarische meerwaarde tussen erfpachter en bloot eigenaar.
Samenvatting
Indien een erfpachter in redelijkheid mocht verwachten dat — de ruilverkaveling weggedacht — hij ter zake van de niet-agrarische meerwaarde van de ingebrachte percelen in de toekomst enig bedrag zou ontvangen, brengt, nu de bloot eigenaar en de erfpachter beiden als de ‘oude eigenaar’ in de zin van art. 212, lid 1, letter d, Landinrichtingswet hebben te gelden, een redelijke uitleg van die bepaling mee dat het bedrag dat bij overgang van percelen ter zake van andere dan agrarische waarde moet worden verrekend, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.