NJ 1999, 778:Procedure ex 26 WOR; vraag of intentieverklaring omtrent beoogde samenwerking adviesplichtig besluit is als bedoeld in 25 WOR; gemeenschappelijk belang; groepsondernemingsraad (naast afzonderlijke ondernemingsraad) bevoegd

NJ 1999, 778

Procedure ex 26 WOR; vraag of intentieverklaring omtrent beoogde samenwerking adviesplichtig besluit is als bedoeld in 25 WOR; gemeenschappelijk belang; groepsondernemingsraad (naast afzonderlijke ondernemingsraad) bevoegd

Documentgegevens:

HR 07-10-1998, ECLI:NL:PHR:1998:AB9994

Instantie: Hoge Raad
Datum: 7 oktober 1998
Magistraten: R.J.J. Jansen, Bellaart, De Moor, Van Brunschot, Van Vliet
Zaaknummer: OK66
Conclusie: A-G Langemeijer
LJN: AB9994
Vakgebied(en): Arbeidsrecht / Medezeggenschapsrecht
Onbekend (V)
Ondernemingsrecht / Bijzondere onderwerpen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1998:AB9994, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑10‑1998
ECLI:NL:PHR:1998:AB9994, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑10‑1998
Wetingang: WOR art. 25; WOR art. 35

Essentie

Procedure ex art. 26 WOR; vraag of intentieverklaring omtrent beoogde samenwerking adviesplichtig besluit is als bedoeld in art. 25 WOR; gemeenschappelijk belang; groepsondernemingsraad (naast afzonderlijke ondernemingsraad) bevoegd.

Samenvatting

Beroep van de Groepsondernemingsraad (GOR) van NS Reizigers (NSR) bij de Ondernemingskamer tegen besluit om in de toekomst samen te gaan werken met NZH.

De OK heeft de intentieverklaring aangemerkt als een besluit tot het aangaan van duurzame samenwerking in de zin van art. 25 lid 1 onder b WOR. Zij heeft dit oordeel gegrond, niet alleen op de tekst van die verklaring, maar ook ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.