NJ 1999, 427
Onteigening / vergoeding van vóór onteigening gederfde inkomsten / passeren bewijsaanbod in onteigeningszaken
HR 15-07-1998, ECLI:NL:HR:1998:ZD2957, m.nt. P.C.E. van Wijmen
- Instantie
Hoge Raad (Belastingkamer)
- Datum
15 juli 1998
- Magistraten
Urlings, Fleers, Pos, Beukenhorst, Monné
- Zaaknummer
1243
- Conclusie
A-G Ilsink
- Noot
P.C.E. van Wijmen
- LJN
ZD2957
- JCDI
JCDI:ADS144667:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Onteigeningsrecht / Onteigening
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:ZD2957, Uitspraak, Hoge Raad (Belastingkamer), 15‑07‑1998
- Wetingang
Ow art. 17; Ow art. 18; Ow art. 19; Ow art. 21; Ow art. 22; Ow art. 23; Ow art. 24; Ow art. 25; Ow art. 26; Ow art. 27; Ow art. 28; Ow art. 29; Ow art. 30; Ow art. 31; Ow art. 32; Ow art. 33; Ow art. 34; Ow art. 35; Ow art. 36; Ow art. 37; Ow art. 38; Ow art. 39; Ow art. 40; Ow art. 41; Ow art. 42; Ow art. 43; Ow art. 44; Ow art. 45; Ow art. 46; Ow art. 47; Ow art. 48; Ow art. 49; Ow art. 50; Ow art. 51; Ow art. 52; Ow art. 53; Ow art. 54
Essentie
Onteigening. Vergoeding van vóór de onteigening gederfde inkomsten. Passeren van bewijsaanbod in onteigeningszaken.
Samenvatting
De rechtbank heeft geoordeeld dat W. zonder onteigening het onteigende zou hebben aangewend voor uitbreiding van zijn tuinbouwkas. Het zou onredelijk zijn de inkomensschade die hij vóór de onteigening heeft geleden doordat hij voorlopig van die uitbreiding heeft afgezien, niet aan te merken als schade teweeggebracht als rechtstreeks en noodzakelijk gevolg van de onteigening. Immers, die schade houdt onverbrekelijk verband met een beslissing van de onteigende, waardoor werd voorkomen dat eventuele kosten bij de bepaling van de schadeloosstelling in aanmerking hadden moeten worden genomen, en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.