NJ 1999, 43
Onteigening
HR 22-04-1998, ECLI:NL:HR:1998:ZD2958, m.nt. P.C.E. van Wijmen
- Instantie
Hoge Raad (Belastingkamer)
- Datum
22 april 1998
- Magistraten
Urlings, Fleers, Pos, Beukenhorst, Monné
- Zaaknummer
1244
- Conclusie
A-G Ilsink
- Noot
P.C.E. van Wijmen
- LJN
ZD2958
- JCDI
JCDI:ADS64785:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Onteigeningsrecht / Onteigening
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:ZD2958, Uitspraak, Hoge Raad (Belastingkamer), 22‑04‑1998
- Wetingang
Essentie
Onteigening.
Kostenveroordeling; motivering; hoor en wederhoor.
Samenvatting
De rechtbank heeft de Staat veroordeeld in de kosten van de onteigende partij voor juridische en andere deskundige bijstand tot een bedrag van ƒ 69 540,47. De klacht dat de rechtbank dit bedrag niet heeft gespecificeerd, stelt een te ver gaande eis aan de motiveringsplicht van de rechter. Met het oordeel dat het redelijk is dat de onteigende zich van deze bijstand heeft voorzien en dat de daarvoor gemaakte kosten niet excessief zijn, heeft de rechtbank tot uitdrukking gebracht dat het redelijk is dat de onteigende tot genoemd bedrag kosten voor die bijstand heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.