NJ 1997, 277
Omzetbelasting over levering door gemeente van bouwterrein / omschrijving van ‘bouwterrein’ in Sint-Oedenrode-arrest en de implementatie van de Zesde richtlijn inzake omzetbelasting
HR 08-07-1996, ECLI:NL:PHR:1996:AA1798, m.nt. P.J. Wattel (Almelo/Ontvanger)
- Instantie
Hoge Raad (Belastingkamer)
- Datum
8 juli 1996
- Magistraten
R.J.J. Jansen, Van der Linde, Bellaart, De Moor, Van der Putt-Lauwers
- Zaaknummer
30318
- Conclusie
A-G Van den Berge
- Noot
P.J. Wattel
- LJN
AA1798
- Roepnaam
Almelo/Ontvanger
- JCDI
JCDI:ADS64847:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Vrijstelling
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:AA1798, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑07‑1996
ECLI:NL:PHR:1996:AA1798, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑07‑1996
- Wetingang
Essentie
Omzetbelasting over levering door gemeente van bouwterrein. Omschrijving van ‘bouwterrein’ in Sint-Oedenrode-arrest en de implementatie van de Zesde richtlijn inzake omzetbelasting.
Samenvatting
In HR 21 nov. 1990, BNB 1991/19 (Sint-Oedenrode-arrest) is tot het oordeel gekomen dat voor de toepassing van de Nederlandse wetgeving op het gebied van de omzetbelasting onder ‘bouwterrein’ in de zin van art. 4 lid 3 sub b van de Zesde richtlijn enkel is te verstaan ‘bouwrijp gemaakte grond’. Deze omschrijving is, naar blijkt uit HvJ EG 28 maart 1996, Vakstudie Nieuws 1996, p. 1545, niet in strijd met de Zesde richtlijn, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.