RvdW 1996, 124
HR, 29-05-1996, nr. 267
HR 29-05-1996, ECLI:NL:HR:1996:AA1833
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 mei 1996
- Magistraten
R.J.J. Jansen, Bellaart, De Moor, Van der Putt-Lauwers, Van Brunschot
- Zaaknummer
267
- LJN
AA1833
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:AA1833, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑05‑1996
- Wetingang
Essentie
Cassatie AOW; ontvankelijkheid. Korting op AOW gehuwde vrouw voor periode dat haar echtgenoot buiten Nederland werkzaam was en uit dien hoofde daar inzake ouderdomspensioen verzekerd was. Gelijkheidsbeginsel. Geen beroep op art. 26 IVBPR of art. 1 Gw nu die bepalingen nog niet golden in de bedoelde periode. Geen beroep op algemene rechtsbeginselen: onderscheid was destijds gerechtvaardigd.
Samenvatting
Cassatieberoep ontvankelijk nu het is ingesteld ter zake van schending of verkeerde toepassing van het (mede) krachtens art. 6 AOW bepaalde in de in het arrest genoemde koninklijke besluiten.
De vrouw valt niet onder de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.