NJ 1995, 649
Onteigening /bijzondere geschiktheid onteigende voor aan te leggen werk
HR 23-03-1994, ECLI:NL:PHR:1994:AD2067, m.nt. R.A. van Morzer Bruyns
- Instantie
Hoge Raad (Belastingkamer)
- Datum
23 maart 1994
- Magistraten
Stoffer, Wildeboer, Urlings, Zuurmond, Herrmann, Moltmaker
- Zaaknummer
1164
- Noot
R.A. van Morzer Bruyns
- LJN
AD2067
- JCDI
JCDI:ADS64801:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Onteigeningsrecht / Onteigening
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:AD2067, Uitspraak, Hoge Raad (Belastingkamer), 23‑03‑1994
ECLI:NL:PHR:1994:AD2067, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑03‑1994
- Wetingang
Essentie
Onteigening. Bijzondere geschiktheid van het onteigende voor het aan te leggen werk.
Samenvatting
Een perceelsgedeelte, gelegen in de gemeente Wieringen op het Hoge Land van Stroe, dat reeds van ouds de natuurlijke bestemming van zeewering heeft, is onteigend voor de aanleg van een werk bestaande in de verhoging en verzwaring van de zeewering. Voor dat werk heeft het onteigende naar het oordeel van de rechtbank een bijzondere geschiktheid.
Hoge Raad: Er is geen reden om, gelijk de rechtbank heeft gedaan, met die bijzondere geschiktheid geen rekening te houden. Noch de omstandigheid dat het Hoge Land van Stroe reeds ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.