NJ 1993, 757
Onteigening / ontvankelijkheid cassatieberoep niettegenstaande dagvaarding tegen latere terechtzitting dan in 53 lid 1 Onteigeningswet voorgeschreven. Verzet tegen verstekvs door rb ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard
HR 15-07-1993, ECLI:NL:PHR:1993:AC4281
- Instantie
Hoge Raad (Belastingkamer)
- Datum
15 juli 1993
- Magistraten
Stoffer, Wildeboer, Urlings, Zuurmond, Fleers, Moltmaker
- Zaaknummer
1157
- LJN
AC4281
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Onteigeningsrecht / Onteigening
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:AC4281, Uitspraak, Hoge Raad (Belastingkamer), 15‑07‑1993
ECLI:NL:PHR:1993:AC4281, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑07‑1993
- Wetingang
Essentie
Onteigening. Ontvankelijkheid van cassatieberoep niettegenstaande dagvaarding tegen latere terechtzitting dan in art. 53 lid 1 Ow voorgeschreven. Verzet tegen verstekvonnis door rechtbank ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard.
Samenvatting
Hoge Raad: De omstandigheid dat in cassatie is gedagvaard tegen een latere terechtzitting dan die bedoeld in art. 53 lid 1 Ow, welke plaatsvindt na verloop van twee weken na betekening van de in art. 52 bedoelde cassatieverklaring, leidt niet tot niet-ontvankelijkheid van het cassatieberoep.
Het oordeel van de rechtbank dat betaling van de totale schadeloosstelling aan de hypotheekhouder, gevolgd door inschrijving van het bij verstek ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.