NJ 1994, 45
Onteigening / kostenveroordeling betreft werkelijk gemaakte kosten
HR 10-03-1993, ECLI:NL:PHR:1993:AC1357, m.nt. R.A. Mörzer Bruyns
- Instantie
Hoge Raad (Belastingkamer)
- Datum
10 maart 1993
- Magistraten
Stoffer, Wildeboer, Urlings, Zuurmond, Herrmann, Moltmaker
- Zaaknummer
1150
- Noot
R.A. Mörzer Bruyns
- LJN
AC1357
- JCDI
JCDI:ADS146795:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Onteigeningsrecht / Onteigening
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:AC1357, Uitspraak, Hoge Raad (Belastingkamer), 10‑03‑1993
ECLI:NL:PHR:1993:AC1357, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑03‑1993
- Wetingang
Essentie
Onteigening. De kostenveroordeling betreft de werkelijk gemaakte kosten.
Samenvatting
Hoge Raad: Door ervan uit te gaan dat art. 50 4e lid Ow meebrengt dat de werkelijk gemaakte kosten van het geding worden vergoed en niet die volgens het door de Nederlandse Orde van Advocaten ontwikkelde tarief voor te liquideren kosten in onteigeningszaken, voorts dat het belang van de zaak van betekenis is voor het antwoord op de vraag of de gedeclareerde kosten redelijkerwijze zijn gemaakt, en dat daarbij — voor wat betreft de onderhavige zaak — het bedrag van de toegewezen schadeloosstelling in aanmerking diende te worden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.