NJ 1991, 352
HR, 05-12-1990, nr. 1113: Rotterdam/Abrahamsen
HR 05-12-1990, ECLI:NL:PHR:1990:AB9255, m.nt. R.A. Morzer Bruyns (Rotterdam/Abrahamsen)
- Instantie
Hoge Raad (Belastingkamer)
- Datum
5 december 1990
- Magistraten
Van Dijk, Stoffer, Mijnssen, Wildeboer, Urlings, Moltmaker
- Zaaknummer
1113
- Noot
R.A. Morzer Bruyns
- LJN
AB9255
- Roepnaam
Rotterdam/Abrahamsen
- JCDI
JCDI:ADS125271:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Onteigeningsrecht / Onteigening
Huurrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1990:AB9255, Uitspraak, Hoge Raad (Belastingkamer), 05‑12‑1990
ECLI:NL:PHR:1990:AB9255, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑12‑1990
- Wetingang
Essentie
Onteigening. Huur voor onbepaalde tijd.
Samenvatting
Bij een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd eindigt de huurtijd niet steeds op het tijdstip waartegen de overeenkomst rechtsgeldig is opgezegd, maar kan hij voortduren tot het door de rechter ingevolge art. 1623c BW vast te stellen tijdstip van beeindiging.
Wanneer de huurder niet heeft geintervenieerd, is hij geen procespartij en kan hem niet enige vordering worden toegewezen. De hem toekomende schadeloosstelling wordt — ter doorbetaling aan hem — toegewezen aan de verhuurder tegen wie het geding wordt gevoerd.
Partij(en)
Arrest gewezen in de zaak van de gem. Rotterdam, eiseres tot cassatie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.