NJ 1991, 62
HR, 05-09-1990, nr. 28: PG Hof Amsterdam/Nedlloyd
HR 05-09-1990, ECLI:NL:PHR:1990:AB9154, m.nt. J.M.M. Maeijer (PG Hof Amsterdam/Nedlloyd)
- Instantie
Hoge Raad (Belastingkamer)
- Datum
5 september 1990
- Magistraten
Van Vucht, Jansen, Baardman, Bellaart, Korthals Altes, Verburg
- Zaaknummer
28
- Noot
J.M.M. Maeijer
- LJN
AB9154
- Roepnaam
PG Hof Amsterdam/Nedlloyd
- JCDI
JCDI:ADS115952:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Ondernemingsrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1990:AB9154, Uitspraak, Hoge Raad (Belastingkamer), 05‑09‑1990
ECLI:NL:PHR:1990:AB9154, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑09‑1990
- Wetingang
Rv (oud) art. 5; Rv (oud) art. 133; Rv (oud) art. 407; Rv (oud) art. 999
Essentie
Jaarrekening. Vordering procureur-generaal ex art. 999 lid 2 Rv. Cassatie. Geldigheid dagvaarding. ‘Openbaar belang’. Stelplicht.
Samenvatting
Voor het Openbaar Ministerie dat als hoofdpartij in een geding optreedt, geldt niet de verplichting procureur, resp. advocaat te stellen (zie o.m. HR 12 mei 1944, NJ 1944, 392). Hetzelfde geldt voor de procureur-generaal die gebruik maakt van de hem bij art. 999 lid 2 Rv toegekende bevoegdheid.
Wel moet hij woonplaats kiezen binnen de gemeente waar het betrokken gerecht is gevestigd, nu met art. 407 lid 4 Rv geen uitzondering kan zijn ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.