NJ 1990, 403
HR, 31-01-1990, nr. 25109: redelijke termijn bij fiscale boete II
HR 31-01-1990, ECLI:NL:HR:1990:ZC4218 (redelijke termijn bij fiscale boete II)
- Instantie
Hoge Raad (Belastingkamer)
- Datum
31 januari 1990
- Magistraten
Royer, Jansen, Van Der Linde, Bellaart, Korthals Altes, Van Soest
- Zaaknummer
25109
- LJN
ZC4218
- Roepnaam
redelijke termijn bij fiscale boete II
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Bezwaarfase
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1990:ZC4218, Uitspraak, Hoge Raad (Belastingkamer), 31‑01‑1990
- Wetingang
Essentie
Belastingzaak. Consequenties uitblijven uitspraak inspecteur op bezwaarschrift. Redelijke termijn. Mensenrechten. Taak rechter.
Samenvatting
De consequentie dat wanneer de inspecteur, die door de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) niet aan een termijn is gebonden, niet binnen redelijke tijd na indiening van een bezwaarschrift daarop uitspraak doet, de belastingplichtige langer dan redelijk is van de hem door de wet toegekende rechter wordt afgehouden, is onverenigbaar met de strekking van de AWR, voor zover daarin het recht op toegang tot de rechter is verankerd, en maakt inbreuk op art. 6 lid 1 Verdrag tot bescherming van de rechten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.