NJ 1990, 466
HR, 10-01-1990, nr. 21: Ogem II
HR 10-01-1990, ECLI:NL:PHR:1990:AC1234, m.nt. J.M.M. Maeijer (Ogem II)
- Instantie
Hoge Raad (Belastingkamer)
- Datum
10 januari 1990
- Magistraten
Van Vucht, Jansen, Van Der Linde, Bellaart, Korthals Altes
- Zaaknummer
21
- Conclusie
A-G Mok
- Noot
J.M.M. Maeijer
- LJN
AC1234
- Roepnaam
Ogem II
- JCDI
JCDI:ADS64829:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Ondernemingsrecht / Bijzondere onderwerpen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1990:AC1234, Uitspraak, Hoge Raad (Belastingkamer), 10‑01‑1990
ECLI:NL:PHR:1990:AC1234, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑01‑1990
- Wetingang
EVRM art. 6; BW (oud) art. 2:319; BW art. 2:345; BW art. 2:355; BW art. 2:359; Rv (oud) art. 426; Rv (oud) art. 429l
Essentie
Ogem-enquête. Ontvankelijkheid cassatieberoep. Doeleinden enquête en inhoud uitspraak. Ondernemingskamer (OK). Belang bij verzoek c.q. vordering. Bindende kracht oordeel over wanbeleid. Art. 429l Rv, art. 6 Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) en fundamentele beginselen van procesrecht en werkwijze gerechtelijke onderzoekers. Wanbeleid. Grondslag consolidatieverplichting. 1
Samenvatting
Belanghebbenden die door de OK overeenkomstig art. 429f lid 1 Rv zijn opgeroepen en vervolgens gehoord, of die op de voet van art. 429h lid 1 Rv een verweerschrift hebben ingediend, doch niet zijn genoemd in art. 2:359 BW, komt beroep ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.