NJ 1990, 465
HR, 10-01-1990, nr. 20
HR 10-01-1990, ECLI:NL:HR:1990:AC1233
- Instantie
Hoge Raad (Belastingkamer)
- Datum
10 januari 1990
- Magistraten
Van Vucht, Jansen, Van Der Linde, Bellaart, Korthals Altes, Mok
- Zaaknummer
20
- LJN
AC1233
- JCDI
JCDI:ADS158940:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Ondernemingsrecht / Bijzondere onderwerpen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1990:AC1233, Uitspraak, Hoge Raad (Belastingkamer), 10‑01‑1990
- Wetingang
BW art. 2:345
Essentie
Ogem-enquete. Ontvankelijkheid cassatieberoep.
Samenvatting
De beschikking van de Ondernemingskamer waarbij een vordering of verzoek tot het instellen van een enquete (art. 2:345 BW) wordt toe- dan wel afgewezen, dient voor wat betreft de beroepstermijn te worden aangemerkt als een eindbeschikking. (Zie ook TVVS 1990/5, p. 127 (Th.S. IJsselmuiden))
Partij(en)
1. Bertus de Bakker, te Rotterdam, (en 8 anderen), verzoekers tot cassatie, adv. Mr. A.G. Maris,
tegen
1. Henry Marinus Jacob Dubbeldam, te Rotterdam, (enz.),
5. De rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging Effectenbescherming, thans geheten Vereniging van Effectenbezitters, verweerders, adv. Mr. E.D. Vermeulen,