NJ 1989, 243
HR, 26-10-1988, nr. 25383
HR 26-10-1988, ECLI:NL:HR:1988:ZC3931, m.nt. G.J.M. Corstens
- Instantie
Hoge Raad (Belastingkamer)
- Datum
26 oktober 1988
- Magistraten
Royer, Jansen, Van Der Linde, Baardman, Korthals Altes
- Zaaknummer
25383
- Noot
G.J.M. Corstens
- LJN
ZC3931
- JCDI
JCDI:ADS64865:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1988:ZC3931, Uitspraak, Hoge Raad (Belastingkamer), 26‑10‑1988
- Wetingang
EVRM art. 6
Essentie
Oplegging van een fiscale verhoging is het instellen van een strafvervolging in de zin van art. 6 Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM). Toepassing van de redelijke-termijn-clausule. Rechtsgevolg van termijnoverschrijding is reductie (eventueel tot nihil) van de verhoging.
Uitspraak
Arrest gewezen op het beroep in cassatie van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid X. BV te Z., tegen de uitspraak van het Hof te Arnhem van 15 juli 1987 betreffende na te melden aan haar opgelegde naheffingsaanslag in de motorrijtuigenbelasting.
1
Aanslag en bezwaar
Aan belanghebbende is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.