NJ 1990, 448
HR, 08-07-1988, nr. 24964
HR 08-07-1988, ECLI:NL:HR:1988:ZC3875, m.nt. E.A. Alkema
- Instantie
Hoge Raad (Belastingkamer)
- Datum
8 juli 1988
- Magistraten
Van Dijk, Van Vucht, Stoffer, Mijnssen, Urlings, Moltmaker
- Zaaknummer
24964
- Noot
E.A. Alkema
- LJN
ZC3875
- JCDI
JCDI:ADS64870:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1988:ZC3875, Uitspraak, Hoge Raad (Belastingkamer), 08‑07‑1988
- Wetingang
Essentie
Inkomstenbelasting. Studeerkameraftrek: verschil in behandeling huurder en eigenaar van de woning. Verhouding tussen art. 35 lid 3 Wet op de inkomstenbelasting 1964 en art. 26 Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBP). Geen verboden discriminatie.
Samenvatting
Het moet er voor worden gehouden dat de wetgever hier geen gelijke gevallen aanwezig heeft gezien. Van die zienswijze kan niet worden gezegd dat zij duidelijk in strijd is met voormelde verdragsbepaling. Niet gezegd kan worden dat de wetgever in redelijkheid niet heeft kunnen oordelen dat de in het belastbare inkomen van de eigenaar begrepen huurwaarde voldoende ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.