NJ 1988, 955
HR, 22-06-1988, nr. 24998
HR 22-06-1988, ECLI:NL:HR:1988:ZC3854, m.nt. Th.W. van Veen
- Instantie
Hoge Raad (Belastingkamer)
- Datum
22 juni 1988
- Magistraten
Royer, Van Der Linde, Baardman, Bellaart, Korthals Altes
- Zaaknummer
24998
- Noot
Th.W. van Veen
- LJN
ZC3854
- JCDI
JCDI:ADS64876:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Belastingheffing van motorrijtuigen / Motorrijtuigenbelasting
Fiscaal bestuursrecht / Bezwaarfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1988:ZC3854, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑06‑1988
- Wetingang
Essentie
Naheffing en navordering van belasting: opleggen van verhoging moet worden aangemerkt als het instellen van een strafvervolging in de zin van art. 6 lid 1 Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM). Toegang tot de rechter in geval van overschrijding van de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift of het instellen van beroep.
Samenvatting
Ingeval de belastingplichtige aan wie een verhoging is opgelegd, stelt dat de termijnoverschrijding aan een hem niet toe te rekenen omstandigheid is te wijten, terwijl omtrent de juistheid van die stelling in rechte geen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.