NJ 1988, 578
HR, 04-11-1987, nr. 14
HR 04-11-1987, ECLI:NL:PHR:1987:AB8909, m.nt. J.M.M. Maeijer
- Instantie
Hoge Raad (Belastingkamer)
- Datum
4 november 1987
- Magistraten
Royer, Jansen, Van Der Linde, Baardman, Bellaart, Verburg
- Zaaknummer
14
- Noot
J.M.M. Maeijer
- LJN
AB8909
- JCDI
JCDI:ADS144748:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Ondernemingsrecht / Bijzondere onderwerpen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1987:AB8909, Uitspraak, Hoge Raad (Belastingkamer), 04‑11‑1987
ECLI:NL:PHR:1987:AB8909, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑11‑1987
- Wetingang
BW art. 2:355; BW art. 2:356; BW art. 2:357; BW art. 2:358
Essentie
Enquete: wanbeleid.
Hoge Raad: Indien voorlopige voorzieningen niet toereikend zijn om aan wanbeleid een einde te maken, kunnen alsnog definitieve voorzieningen worden verzocht en toegewezen.
Ondernemingskamer (OK): Afwijking van statuten om te voorkomen dat patstelling het bestuur van de vennootschap blijft belemmeren.
(Voor vervolg in Hof Amsterdam 28 juni 1990 zie NJ 1991, 532 (m.nt. Ma)).
Samenvatting
De regeling vervat in de art. 2:355 t/m 2:358 BW strekt ertoe de OK ruime bevoegdheden te verschaffen. De wetgever is daarbij uitgegaan van de mogelijkheid dat de uitoefening van die bevoegdheden zich over een zekere ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.