NJ 1985, 212
HR, 11-07-1984, nr. 6: Howson Algraphy
HR 11-07-1984, ECLI:NL:PHR:1984:AG4843, m.nt. J.M.M. Maeijer (Howson Algraphy)
- Instantie
Hoge Raad (Belastingkamer)
- Datum
11 juli 1984
- Magistraten
Vroom, Stol, Jansen, Van Der Linde, Roelvink
- Zaaknummer
6
- Conclusie
A-G Van Soest
- Noot
J.M.M. Maeijer
- LJN
AG4843
- Roepnaam
Howson Algraphy
- JCDI
JCDI:ADS116007:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
Arbeidsrecht / Medezeggenschapsrecht
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Ondernemingsrecht / Bijzondere onderwerpen
Ondernemingsrecht / Corporate governance
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Insolventierecht / Faillissement
Goederenrecht / Genotsrechten
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Ondernemingsrecht / Jaarrekeningenrecht
Goederenrecht / Zekerheidsrechten
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1984:AG4843, Uitspraak, Hoge Raad (Belastingkamer), 11‑07‑1984
ECLI:NL:PHR:1984:AG4843, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑07‑1984
- Wetingang
WOR art. 26; BW art. 2:64; BW art. 2:65; BW art. 2:66; BW art. 2:67; BW art. 2:68; BW art. 2:69; BW art. 2:70; BW art. 2:71; BW art. 2:72; BW art. 2:73; BW art. 2:74; BW art. 2:75; BW art. 2:76; BW art. 2:77; BW art. 2:78; BW art. 2:79; BW art. 2:80; BW art. 2:81; BW art. 2:82; BW art. 2:83; BW art. 2:84; BW art. 2:85; BW art. 2:86; BW art. 2:87; BW art. 2:88; BW art. 2:89; BW art. 2:90; BW art. 2:91; BW art. 2:92; BW art. 2:93; BW art. 2:94; BW art. 2:95; BW art. 2:96; BW art. 2:97; BW art. 2:98; BW art. 2:99; BW art. 2:100; BW art. 2:101; BW art. 2:102; BW art. 2:103; BW art. 2:104; BW art. 2:105; BW art. 2:106; BW art. 2:107; BW art. 2:108; BW art. 2:109; BW art. 2:110; BW art. 2:111; BW art. 2:112; BW art. 2:113; BW art. 2:114; BW art. 2:115; BW art. 2:116; BW art. 2:117; BW art. 2:118; BW art. 2:119; BW art. 2:120; BW art. 2:121; BW art. 2:122; BW art. 2:123; BW art. 2:124; BW art. 2:125; BW art. 2:126; BW art. 2:127; BW art. 2:128; BW art. 2:129; BW art. 2:130; BW art. 2:131; BW art. 2:132; BW art. 2:133; BW art. 2:134; BW art. 2:135; BW art. 2:136; BW art. 2:137; BW art. 2:138; BW art. 2:139; BW art. 2:140; BW art. 2:141; BW art. 2:142; BW art. 2:143; BW art. 2:144; BW art. 2:145; BW art. 2:146; BW art. 2:147; BW art. 2:148; BW art. 2:149; BW art. 2:150; BW art. 2:151; BW art. 2:152; BW art. 2:153; BW art. 2:154; BW art. 2:155; BW art. 2:156; BW art. 2:157; BW art. 2:158; BW art. 2:159; BW art. 2:160; BW art. 2:161; BW art. 2:162; BW art. 2:163; BW art. 2:164; BW art. 2:165; BW art. 2:166; BW art. 2:167; BW art. 2:168; BW art. 2:169; BW art. 2:170; BW art. 2:171; BW art. 2:172; BW art. 2:173; BW art. 2:174; BW art. 2:175; BW art. 2:176; BW art. 2:177; BW art. 2:178; BW art. 2:179; BW art. 2:180; BW art. 2:181; BW art. 2:182; BW art. 2:183; BW art. 2:184; BW art. 2:185; BW art. 2:186; BW art. 2:187; BW art. 2:188; BW art. 2:189; BW art. 2:190; BW art. 2:191; BW art. 2:192; BW art. 2:193; BW art. 2:194; BW art. 2:195; BW art. 2:196; BW art. 2:197; BW art. 2:198; BW art. 2:199; BW art. 2:200; BW art. 2:201; BW art. 2:202; BW art. 2:203; BW art. 2:204; BW art. 2:205; BW art. 2:206; BW art. 2:207; BW art. 2:208; BW art. 2:209; BW art. 2:210; BW art. 2:211; BW art. 2:212; BW art. 2:213; BW art. 2:214; BW art. 2:215; BW art. 2:216; BW art. 2:217; BW art. 2:218; BW art. 2:219; BW art. 2:220; BW art. 2:221; BW art. 2:222; BW art. 2:223; BW art. 2:224; BW art. 2:225; BW art. 2:226; BW art. 2:227; BW art. 2:228; BW art. 2:229; BW art. 2:230; BW art. 2:231; BW art. 2:232; BW art. 2:233; BW art. 2:234; BW art. 2:235; BW art. 2:236; BW art. 2:237; BW art. 2:238; BW art. 2:239; BW art. 2:240; BW art. 2:241; BW art. 2:242; BW art. 2:243; BW art. 2:244; BW art. 2:245; BW art. 2:246; BW art. 2:247; BW art. 2:248; BW art. 2:249; BW art. 2:250; BW art. 2:251; BW art. 2:252; BW art. 2:253; BW art. 2:254; BW art. 2:255; BW art. 2:256; BW art. 2:257; BW art. 2:258; BW art. 2:259; BW art. 2:260; BW art. 2:261; BW art. 2:262; BW art. 2:263; BW art. 2:264; BW art. 2:265; BW art. 2:266; BW art. 2:267; BW art. 2:268; BW art. 2:269; BW art. 2:270; BW art. 2:271; BW art. 2:272; BW art. 2:273; BW art. 2:274; BW art. 2:275; BW art. 2:276; BW art. 2:277; BW art. 2:278; BW art. 2:279; BW art. 2:280; BW art. 2:281; BW art. 2:282; BW art. 2:283; BW art. 2:284
Essentie
‘Howson-Algraphy’. In cassatie gevraagde vernietiging van een beschikking van de Ondernemingskamer ex art. 26 Wet op de ondernemingsraden. Heeft de ondernemingsraad belang bij cassatie? Eigen rechten en verplichtingen van een dochtervennootschap als rechtspersoon naar Nederlands recht.
Samenvatting
Een door de ondernemingsraad uitgebracht advies omtrent het voorgenomen besluit houdt o.m. in dat, mocht er toch besloten worden de herstructurering door te voeren, de ondernemingsraad zich daarbij neerlegt. Voorts blijkt uit de beschikking van de Ondernemingskamer dat de ondernemingsraad niet heeft verzocht de vennootschap te veroordelen in de kosten van het geding. De ondernemingsraad heeft derhalve bij voortzetting van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.