NJ 1984, 92
HR, 28-09-1983, nr. 21496
HR 28-09-1983, ECLI:NL:PHR:1983:AC8120
- Instantie
Hoge Raad (Belastingkamer)
- Datum
28 september 1983
- Magistraten
Vroom, Stol, Jansen, Van Der Linde, Roelvink, Van Soest
- Zaaknummer
21496
- LJN
AC8120
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal ondernemingsrecht (V)
Loonbelasting / Algemeen
Premieheffing (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1983:AC8120, Uitspraak, Hoge Raad (Belastingkamer), 28‑09‑1983
ECLI:NL:PHR:1983:AC8120, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑09‑1983
- Wetingang
BW art. 1637a
Essentie
Dienstbetrekking?
Samenvatting
Hof: C en D, die naar de regels van het BW geen bestuurders waren van de belanghebbende BV maar zich in werkelijkheid op dezelfde wijze, krachtens overeenkomst, jegens de BV gedroegen, voor haar werkten en daarvoor door haar werden beloond als de bestuurder B, stonden in dienstbetrekking bij de BV ongeacht een gezagsverhouding.
Conclusie OM: ambtshalve over de ‘dienst’ als element van de dienstbetrekking, o.a. in geval van een directeur van een BV en van op directeuren gelijkende figuren; alsmede over dienstbetrekking door wetsduiding in het volksverzekeringsrecht.
HR: gaat op het bovenstaande niet in.