NJ 1979, 319
HR, 07-03-1979, nr. 19017: o.g.b. Rotterdam
HR 07-03-1979, ECLI:NL:PHR:1979:AB7440, m.nt. M. Scheltema (o.g.b. Rotterdam)
- Instantie
Hoge Raad (Belastingkamer)
- Datum
7 maart 1979
- Magistraten
Van Dijk, Reynders, Martens, Van Vucht, Koopmans
- Zaaknummer
19017
- Noot
M. Scheltema
- LJN
AB7440
- Roepnaam
o.g.b. Rotterdam
- JCDI
JCDI:ADS144710:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingen van lagere overheden / Gemeentelijke belastingen
Fiscaal procesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1979:AB7440, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑03‑1979
ECLI:NL:PHR:1979:AB7440, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑03‑1979
- Wetingang
Essentie
Terugwerkende kracht van gemeenteverordening.
Samenvatting
De aan 's Hofs uitspraak klaarblijkelijk ten grondslagliggende opvatting, dat de rechter slechts dan mag besluiten dat aan een wettelijke maatregel terugwerkende kracht toekomt indien daarin uitdrukkelijk is bepaald dat zij terugwerkt, althans zulks uit haar bewoordingen ondubbelzinnig volgt, kan niet als juist worden aanvaard.
Immers ook indien een wettelijke maatregel niet uitdrukkelijk van terugwerkende kracht spreekt, is het mogelijk dat het regelgevende orgaan aan die maatregel terugwerkende kracht heeft verleend, en het antwoord op de vraag of zulks het geval is, moet worden gevonden door uitlegging, waarbij de rechter niet aan enige ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.