NJ 1971, 90
HR, 05-11-1969
HR 05-11-1969, ECLI:NL:PHR:1969:AB3862
- Instantie
Hoge Raad (Belastingkamer)
- Datum
5 november 1969
- Magistraten
Van Rijn, Van Alkemade, Hollander, Van Der Linde, Polak, Telders
- Zaaknummer
[1969-11-05/NJ_52964]
- LJN
AB3862
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Onteigeningsrecht / Onteigening
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1969:AB3862, Uitspraak, Hoge Raad (Belastingkamer), 05‑11‑1969
ECLI:NL:PHR:1969:AB3862, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑11‑1969
- Wetingang
Ow art. 40
Essentie
Mag bij bepaling van de waarde van een te onteigenen onroerend goed worden rekening gehouden met de omstandigheid dat het na tervisielegging van de in art. 80, 2e lid, der Onteigeningswet bedoelde stukken was verhuurd, nu de huurder ingevolge art. 95, lid 2, dezer wet geen aanspraak op schadeloosstelling kan maken? Schade, welke de gedaagde zou lijden door nakoming van contractuele verplichtingen jegens een derde, onmiddellijk en noodzakelijk gevolg van de onteigening?
Samenvatting
De te vergoeden werkelijke waarde als bedoeld in art. 40 der Onteigeningswet moet in beginsel bepaald worden naar de staat waarin het goed zich bevindt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.