NJ 1968, 134
HR, 10-01-1968
HR 10-01-1968, ECLI:NL:PHR:1968:AC8776, m.nt. G.J. Scholten
- Instantie
Hoge Raad (Belastingkamer)
- Datum
10 januari 1968
- Magistraten
Boltjes, Van Rijn Van Alkemade, Van Der Loos, Korthals Altes, Van Der Linde
- Zaaknummer
[1968-01-10/NJ_51586]
- Noot
G.J. Scholten
- LJN
AC8776
- JCDI
JCDI:ADS158885:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal ondernemingsrecht (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1968:AC8776, Uitspraak, Hoge Raad (Belastingkamer), 10‑01‑1968
ECLI:NL:PHR:1968:AC8776, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑01‑1968
- Wetingang
Reg.w 1917 art. 46; BW art. 1655
Essentie
Wordt tussen participanten, die deelnemen in beleggingsfondsen, een vennootschap aangegaan, welker kapitaal geheel of ten dele in aandelen is verdeeld?
Samenvatting
Uitgaande van de door de Ontvanger gestelde feiten had het Hof moeten oordelen dat door het toetreden van participanten tot de onderhavige beleggingsfondsen — door storting van gelden daarin tegen afgifte van participatiebewijzen en aanvaarding van de onderhavige deelnemingsvoorwaarden door iedere participant afzonderlijk — tussen hen een overeenkomst tot stand kwam, waarbij twee of meer personen zich verbonden om iets in gemeenschap te brengen met het oogmerk om het daaruit ontstaande voordeel met elkaar te delen, derhalve ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.