NJ 1967, 198
HR, 08-03-1967
HR 08-03-1967, ECLI:NL:PHR:1967:AB4120, m.nt. N.J. Polak
- Instantie
Hoge Raad (Belastingkamer)
- Datum
8 maart 1967
- Magistraten
Boltjes, Van Der Loos, Korthals Altes, Peters, Hollander
- Zaaknummer
[1967-03-08/NJ_51166]
- Noot
N.J. Polak
- LJN
AB4120
- JCDI
JCDI:ADS144733:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Onteigeningsrecht / Onteigening
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1967:AB4120, Uitspraak, Hoge Raad (Belastingkamer), 08‑03‑1967
ECLI:NL:PHR:1967:AB4120, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑03‑1967
- Wetingang
Rv (oud) art. 424; Ow art. 2
Essentie
Taak van de rechter naar wie een onteigeningsgeding bij een casserend arrest van de Hoge Raad is verwezen.
Samenvatting
Noch uit de bepalingen der Onteigeningswet noch uit de geschiedenis van de totstandkoming dier wet kan worden afgeleid, dat de rechter naar wie een onteigeningsgeding bij een casserend arrest van de Hoge Raad is verwezen, tot taak zou hebben een onderzoek in te stellen aangaande de juistheid van beslissingen in het door de Hoge Raad vernietigde vonnis, welke in cassatie niet waren aangetast en welke mitsdien door de vernietiging niet werden getroffen.
De rechter, naar wie het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.