NJ 2014/510
Onvoldoende bewijs voor medeplegen overval.
HR 14-05-2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ9945, m.nt. P.A.M. Mevis
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 mei 2013
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, W.F. Groos, J. Wortel, V. van den Brink
- Zaaknummer
12/02168
- Conclusie
A-G mr. A.J.M. Machielse
- Noot
P.A.M. Mevis
- LJN
BZ9945
- JCDI
JCDI:ADS127955:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:BZ9945, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑05‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:BZ9945, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑03‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑09‑2012
- Wetingang
Art. 47, 312 Sr; art. 359 lid 1 Sv
Essentie
Uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte aan anderen had doorgegeven dat het latere slachtoffer veel geld in huis zou hebben, dat verdachte het huis had aangewezen en inlichtingen had gegeven over de aan- en afwezigheid van de bewoners en dat hij naderhand heeft gedeeld in de buit van de overval. Nu ten aanzien van de actieve betrokkenheid van verdachte bij het uitvoeren van de overval niet meer is vastgesteld dan dat hij tijdens de overval heeft gebeld met een medeverdachte, kan uit de bewijsmiddelen niet zonder meer worden afgeleid dat de verdachte dusdanig actief betrokken is geweest bij het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.