Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2022/2557 betreffende de weerbaarheid van kritieke entiteiten en tot intrekking van Richtlijn 2008/114/EG van de Raad
Artikel 18 Adviesmissies
Geldend
Geldend vanaf 16-01-2023
- Bronpublicatie:
14-12-2022, PbEU 2022, L 333 (uitgifte: 27-12-2022, regelingnummer: 2022/2557)
- Inwerkingtreding
16-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-12-2022, PbEU 2022, L 333 (uitgifte: 27-12-2022, regelingnummer: 2022/2557)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Energierecht / Algemeen
Verkeersrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Algemeen
1.
Op verzoek van de lidstaat die een kritieke entiteit van bijzonder Europees belang op grond van artikel 6, lid 1, heeft geïdentificeerd als een kritieke entiteit, organiseert de Commissie een adviesmissie ter beoordeling van de maatregelen die die entiteit heeft genomen om aan haar verplichtingen uit hoofde van hoofdstuk III te voldoen.
2.
Op eigen initiatief of op verzoek van een of meer lidstaten waaraan of waarin de essentiële dienst wordt verleend, organiseert de Commissie een adviesmissie als bedoeld in lid 1 van dit artikel, mits de lidstaat die een kritieke entiteit van bijzonder Europees belang op grond van artikel 6, lid 1, heeft geïdentificeerd als een kritieke entiteit, hiermee instemt.
3.
Op gemotiveerd verzoek van de Commissie of van een of meer lidstaten waaraan of waarin de essentiële dienst wordt verleend, verstrekt de lidstaat die een kritieke entiteit van bijzonder Europees belang op grond van artikel 6, lid 1, heeft geïdentificeerd als een kritieke entiteit, aan de Commissie het volgende:
- a)
de relevante delen van de risicobeoordeling door een kritieke entiteit;
- b)
een lijst van de relevante overeenkomstig artikel 13 genomen maatregelen;
- c)
de toezichts- of handhavingsmaatregelen, zoals beoordelingen van naleving of gegeven opdrachten, die zijn bevoegde autoriteit op grond van de artikelen 21 en 22 met betrekking tot die kritieke entiteit heeft genomen.
4.
De adviesmissie rapporteert haar bevindingen binnen drie maanden na afloop van haar werkzaamheden aan de Commissie, aan de lidstaat die een kritieke entiteit van bijzonder Europees belang op grond van artikel 6, lid 1, heeft geïdentificeerd als een kritieke entiteit, aan de lidstaten waaraan of waarin de essentiële dienst wordt verleend, en aan de betrokken kritieke entiteit.
De lidstaten waaraan of waarin de essentiële dienst wordt verleend, analyseren het verslag als bedoeld in de eerste alinea en adviseren de Commissie indien nodig over de vraag of de betrokken kritieke entiteit van bijzonder Europees belang haar verplichtingen uit hoofde van hoofdstuk III nakomt en, in voorkomend geval, over de maatregelen die kunnen worden genomen om de weerbaarheid van die kritieke entiteit te verbeteren.
Op basis van het advies als bedoeld in de tweede alinea van dit lid, deelt de Commissie aan de lidstaat die een kritieke entiteit van bijzonder Europees belang op grond van artikel 6, lid 1, heeft geïdentificeerd als een kritieke entiteit, aan de lidstaten waaraan of waarin de essentiële dienst wordt verleend, en aan die kritieke entiteit mee of die kritieke entiteit naar haar oordeel haar verplichtingen uit hoofde van hoofdstuk III nakomt en, in voorkomend geval, welke maatregelen kunnen worden genomen om de weerbaarheid van die kritieke entiteit te verbeteren.
De lidstaat die een kritieke entiteit van bijzonder Europees belang op grond van artikel 6, lid 1, heeft geïdentificeerd als een kritieke entiteit, zorgt ervoor dat de bevoegde autoriteit en de betrokken kritieke entiteit terdege rekening houden met het in de derde alinea van dit lid bedoelde oordeel en verstrekt aan de Commissie en aan de lidstaten waaraan of waarin de essentiële dienst wordt verleend informatie over de maatregelen die hij naar aanleiding van dat oordeel heeft genomen.
5.
Elke adviesmissie bestaat uit deskundigen uit de lidstaat waar de kritieke entiteit van bijzonder Europees belang is gevestigd, deskundigen uit de lidstaten waaraan of waarin de essentiële dienst wordt verleend, en vertegenwoordigers van de Commissie. Die lidstaten kunnen kandidaten voorstellen voor deelname aan een adviesmissie. Na overleg met de lidstaat die een kritieke entiteit van bijzonder Europees belang op grond van artikel 6, lid 1, heeft geïdentificeerd als een kritieke entiteit, selecteert en benoemt de Commissie de leden van elke adviesmissie op basis van hun beroepsbekwaamheid, en zorgt daarbij indien mogelijk voor een geografisch evenwichtige vertegenwoordiging uit al die lidstaten. De leden van de adviesmissie beschikken zo nodig over een geldige en passende veiligheidsmachtiging. De Commissie draagt de kosten voor deelname aan adviesmissies.
De Commissie stelt het programma van elke adviesmissie op, in overleg met de leden van de betrokken adviesmissie en in samenspraak met de lidstaat die een kritieke entiteit van bijzonder Europees belang op grond van artikel 6, lid 1, heeft geïdentificeerd als een kritieke entiteit.
6.
De Commissie stelt een uitvoeringshandeling vast met daarin de procedurele regelingen voor verzoeken om adviesmissies te organiseren, voor de behandeling van dergelijke verzoeken, voor de uitvoering van en rapportage over adviesmissies, en voor de behandeling van de mededeling van het oordeel van de Commissie als bedoeld in lid 4, derde alinea, van dit artikel en van de genomen maatregelen, terdege rekening houdend met de vertrouwelijkheid en de commerciële gevoeligheid van de betreffende informatie. Die uitvoeringshandeling wordt vastgesteld volgens de in artikel 24, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.
7.
De lidstaten zorgen ervoor dat de kritieke entiteiten van bijzonder Europees belang de adviesmissie toegang verlenen tot informatie, systemen en faciliteiten die betrekking hebben op de verlening van hun essentiële diensten en die de betrokken adviesmissie nodig heeft om haar taken uit te voeren.
8.
Adviesmissies worden uitgevoerd met naleving van het toepasselijke nationale recht van de lidstaat waar deze plaatsvinden, met eerbiediging van de verantwoordelijkheid van die lidstaat voor de nationale veiligheid en de bescherming van zijn veiligheidsbelangen.
9.
Bij het organiseren van adviesmissies houdt de Commissie rekening met de verslagen van eventuele inspecties die de Commissie uit hoofde van Verordening (EG) nr. 725/2004 en Verordening (EG) nr. 300/2008 heeft uitgevoerd en met de verslagen van de controles die de Commissie uit hoofde van Richtlijn 2005/65/EG heeft uitgevoerd ten aanzien van de betrokken kritieke entiteit.
10.
De Commissie stelt de Groep voor de weerbaarheid van kritieke entiteiten bedoeld in artikel 19 ervan in kennis wanneer een adviesmissie wordt georganiseerd. Ter bevordering van wederzijds leren, stellen de lidstaat waar de adviesmissie heeft plaatsgevonden en de Commissie de Groep voor de weerbaarheid van kritieke entiteiten ook in kennis van de belangrijkste bevindingen van de adviesmissie en van de geleerde lessen.