V-N 2019/35.11
Letse zeevarende op Bahama gevlagd schip met Nederlandse werkgever niet premieplichtig in Nederland
HR 19-07-2019, ECLI:NL:HR:2019:1201, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 juli 2019
- Magistraten
Feteris, Fierstra, Wortel, Beukers-van Dooren, Cools
- Zaaknummer
17/01041
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS69381:1
- Vakgebied(en)
Internationale sociale zekerheid / Premieheffing
Internationale sociale zekerheid (V)
Premieheffing / Algemeen
Premieheffing / Verzekeringsplicht
Europees belastingrecht (V)
Premieheffing (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1201, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑07‑2019
ECLI:NL:HR:2017:2681, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑10‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:723, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑08‑2017
- Wetingang
art. 6a lid onderdeel a AOW; art. 11 lid 1 en 3 onderdeel e Verordening (EEG) nr. 883/2004
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat uit het arrest van het HvJ EU volgt dat op X de wetgeving van zijn woonland van toepassing is. Er hoeft daarom niet onderzocht te worden of de Letse wetgeving voor X in de onderhavige situatie voorziet in aansluiting bij enig stelsel van sociale zekerheid.
Samenvatting
X heeft de Letse nationaliteit en woont in Letland. Van 13 augustus tot en met 31 december 2013 werkt hij in loondienst van een in Nederland gevestigde vennootschap. X werkt als steward op een zeeschip dat vaart onder de vlag van de Bahama’s. Het schip ligt in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.