Deze zaak hangt samen met de zaken met griffienummers 09/01977, 09/01978P, 09/01981P, 09/01982, 09/01983P waarin ik heden eveneens concludeer.
HR (A-G), 08-11-2011, nr. 09/01980
ECLI:NL:PHR:2012:BU4235
- Instantie
Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
- Datum
08-11-2011
- Zaaknummer
09/01980
- Conclusie
Mr. Hofstee
- LJN
BU4235
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:PHR:2012:BU4235, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑11‑2011
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2012:BU4235
Conclusie 08‑11‑2011
Mr. Hofstee
Partij(en)
Conclusie inzake:
[Verdachte = verzoeker]
1.
Het Gerechtshof te 's‑Gravenhage heeft verzoeker bij arrest van 11 mei 2009 wegens 1. ‘Opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod’, 2. ‘Opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod’ en 3. ‘Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak’, veroordeeld tot 120 uren werkstraf, subsidiair 60 dagen hechtenis, waarvan 40 uren werkstraf, subsidiair 20 dagen hechtenis, voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren.1.
2.
Namens verzoeker heeft mr. H. Sytema, advocaat te 's‑Gravenhage, een schriftuur ingezonden houdende één middel van cassatie.
3.
Het middel klaagt dat de redelijke inzendingstermijn is overschreden.
4.
Het middel treft doel. Verzoeker heeft op 14 mei 2009 beroep in cassatie ingesteld. De stukken van het geding zijn op 12 oktober 2010 ter griffie van de Hoge Raad ontvangen. Dat brengt mee dat de inzendingstermijn van maximaal acht maanden met negen maanden is overschreden.
5.
Ambtshalve wijs ik er op dat de zaak ook in cassatie niet binnen de daarvoor gestelde termijn kan worden afgedaan. Het geding behoort in cassatie binnen twee jaren met een einduitspraak te zijn afgerond nadat het rechtsmiddel is ingesteld. Deze termijn is inmiddels met bijna zes maanden overschreden.
6.
Deze overschrijdingen van de redelijke termijn dienen te leiden tot een door Uw Raad te bepalen vermindering van de opgelegde straf.2.
7.
Overige gronden waarop Uw Raad de aangevallen beslissing zou moeten vernietigen heb ik niet aangetroffen.
8.
Deze conclusie strekt tot vermindering van de opgelegde straf volgens de gebruikelijke maatstaf.
De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden
A-G
Voetnoten
Voetnoten Conclusie 08‑11‑2011
HR 17 juni 2008, LJN BD2578, NJ 2008, 358.