Einde inhoudsopgave
Zorgverzekeringswet
Artikel 57 [Gemoedsbezwaarden]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2017
- Bronpublicatie:
22-03-2017, Stb. 2017, 146 (uitgifte: 10-04-2017, kamerstukken: 34575)
- Inwerkingtreding
01-07-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-05-2017, Stb. 2017, 244 (uitgifte: 16-06-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid ziektekosten / Zorgverzekering
Premieheffing / Algemeen
Overheidsfinanciën / Bijzondere onderwerpen
Premieheffing / Verzekeringsplicht
Gezondheidsrecht / Zorg en ziektekosten
1.
Van de persoon die op grond van artikel 2, tweede lid, onderdeel b, niet verzekeringsplichtig is, wordt bijdragevervangende belasting geheven, tot het bedrag van de in artikel 43, eerste lid, bedoelde inkomensafhankelijke bijdrage dat deze persoon verschuldigd zou zijn als hij verzekeringsplichtig zou zijn.
2.
In afwijking in zoverre van artikel 43 wordt van de persoon aan wie met toepassing van artikel 64 van de Wet financiering sociale verzekeringen een ontheffing is verleend in het kader van één of meer volksverzekeringen anders dan die volgens de Wet langdurige zorg, geen inkomensafhankelijke bijdrage geheven maar een bijdragevervangende belasting, tot het bedrag van de inkomensafhankelijke bijdrage, bedoeld in artikel 43, tweede lid.
3.
De heffing van de bijdragevervangende belasting vindt plaats met overeenkomstige toepassing van artikel 49, tweede, derde en vierde lid.
4.
De rijksbelastingdienst stort de belasting, bedoeld in het eerste lid, op de rekening, bedoeld in artikel 70, eerste dan wel tweede lid.