Rb. Noord-Holland, 20-11-2020, nr. C/15/308317 HA RK 20-183
ECLI:NL:RBNHO:2020:11251
- Instantie
Rechtbank Noord-Holland
- Datum
20-11-2020
- Zaaknummer
C/15/308317 HA RK 20-183
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBNHO:2020:11251, Uitspraak, Rechtbank Noord-Holland, 20‑11‑2020; (Wraking)
Uitspraak 20‑11‑2020
Inhoudsindicatie
Wrakingsbeslissing. Verzoeken tot wraking van de rechter zijn afgewezen nu niet is gebleken dat de rechter ten aanzien van verzoekster een vooringenomenheid koestert dan wel dat de bij verzoekster bestaande vrees dat de rechter ten aanzien van haar vooringenomenheid koestert objectief gerechtvaardigd is. Een volgend verzoek van verzoekster in de hoofdzaken zal niet in behandeling worden genomen wegens misbruik van het wrakingsinstrument.
Partij(en)
beslissing
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Wrakingskamer
zaaknummers: C/15/308317 HA RK 20-183, C/15/308651 HA RK 20-189 en C/15/308653 HA RK 20-190
Beslissing van 20 november 2020
op de verzoeken tot wraking ingediend door:
[verzoekster] .,
gevestigd te [plaats] ,
verzoekster,
gemachtigde A.F.M.J. Verhoeven, kantoorhoudend [adres] .
De verzoeken zijn gericht tegen:
mr. B. van Walderveen,
hierna te noemen: de rechter.
1. Procesverloop
1.1
Verzoekster heeft bij één verzoekschrift van 2 en bij twee verzoekschriften van 12 oktober 2020 schriftelijk de wraking verzocht van de rechter in de bij deze rechtbank, team Belastingrecht, locatie Haarlem in clusters op drie zittingen geappointeerde aanhangige hoofdzaken waarvan een lijst met de zaaknummers in de bijlage bij deze beslissing is opgenomen.
1.2
De rechter heeft niet in de wraking berust en heeft schriftelijk op de verzoeken gereageerd.
1.3
De verzoeken zijn vervolgens behandeld met tweezijdige elektronische communicatiemiddelen ter zitting van de wrakingskamer van 18 november 2020. Verzoekster, de rechter en de wederpartij in de hoofdzaken zijn in de gelegenheid gesteld te worden gehoord. Verzoekster heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde. Verder is de wederpartij in de hoofdzaken, de inspecteur van de Belastingdienst, verschenen, vertegenwoordigd door J [naam 1] en [naam 2] , belastingambtenaren. Zowel de gemachtigde van verzoekster als de wederpartij in de hoofdzaken hebben via Skype voor Bedrijven aan de zitting deelgenomen. De rechter heeft van de geboden gelegenheid geen gebruik gemaakt.
2. Het standpunt van verzoeker
2.1
Verzoekster heeft ter onderbouwing van de verzoeken – samengevat –
het volgende aangevoerd. De rechter was eerder voorzitter van de meervoudige kamer in deze rechtbank die op 27 augustus 2019 uitspraak (ECLI:NL:RBNHO:2019:7279) heeft gedaan in vergelijkbare beroepszaken van verzoekster waarin aanslagen op grond van de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992 aan de orde waren. In die uitspraak heeft de meervoudige kamer volgens verzoekster structureel en in enorme mate met misbruik van bevoegdheid onjuiste uitleg gegeven aan het recht van de Europese Unie. Omdat de uitspraak van de meervoudige kamer volgens verzoekster gelijkenis vertoont met de hoofdzaken qua omvang en beperking van de rechten van verdediging van verzoekster, staat volgens verzoekster vast dat de rechter niet objectief op de hoofdzaken kan beslissen. Op de zitting heeft verzoekster verder toegelicht dat de gehele rechtspraak in Nederland niet deugt – en daarmee geen enkele Nederlandse rechter.
3. De beoordeling
3.1
Ingevolge artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan op verzoek van een partij elk van de rechters die een zaak behandelen worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
3.2
Daarbij moet voorop worden gesteld, dat bij de beoordeling van een beroep op het ontbreken van onpartijdigheid van de rechter als uitgangspunt geldt, dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich een uitzonderlijke omstandigheid voordoet die een zwaarwegende aanwijzing oplevert dat een rechter ten aanzien van een partij een vooringenomenheid koestert, althans dat de bij die partij daarvoor bestaande vrees objectief gerechtvaardigd is.
3.3
Te onderzoeken is vervolgens of de door verzoekster aangevoerde feiten en omstandigheden een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor het oordeel dat de rechter jegens haar een vooringenomenheid koestert, althans dat haar vrees daarvoor objectief gerechtvaardigd is.
3.4
De wrakingsgrond komt kort gezegd erop neer dat de rechter – gelet op verzoeksters eerdere ervaring met deze rechter – volgens verzoekster niet in staat is een juiste uitleg te geven aan het recht in welke zaak dan ook. Dit is, wat daar ook van zij, geen grond om te twijfelen aan de onpartijdigheid van de rechter. Dat verzoekster het niet eens is met eerdere uitspraken en de daarin door de rechter aan de wet gegeven uitleg is onvoldoende om aan te nemen dat de rechter bevooroordeeld zal kijken naar de zaken van verzoekster die nog moeten worden behandeld.
3.5
Gelet op het voorgaande is niet gebleken van omstandigheden die een aanwijzing opleveren dat de rechter ten aanzien van verzoekster een vooringenomenheid koestert, dan wel dat de bij verzoekster bestaande vrees dat de rechter ten aanzien van haar vooringenomenheid koestert objectief gerechtvaardigd is.
3.6
Dit alles leidt ertoe dat de wrakingsverzoeken moeten worden afgewezen.
3.7
Nu verzoekster ter zitting heeft aangegeven dat zij geen enkele (Nederlandse) rechter onpartijdig acht en daarom het optreden van geen enkele Nederlandse rechter in haar zaken accepteert, en heeft aangegeven, dat het haar vrij staat zoveel wrakingsverzoeken als haar goeddunkt in te blijven dienen en zij dat ook in meerdere zaken in den lande recentelijk heeft gedaan, hetgeen de wederpartij in de hoofdzaak ook heeft bevestigd, oordeelt de wrakingskamer dat verzoekster misbruik maakt van het wrakingsinstrument. Daarom zal de wrakingskamer bepalen dat verzoekster niet nogmaals een wrakingsverzoek kan doen ten aanzien van de rechter in de hoofdzaken.
4. Beslissing
De rechtbank
4.1
wijst de verzoeken tot wraking van de rechter af,
4.2
bepaalt dat een volgend wrakingsverzoek van verzoekster in de hoofdzaken niet in behandeling wordt genomen,
4.3
beveelt de griffier onverwijld aan verzoekster, de rechter en de wederpartij in de hoofdzaken een voor eensluidende gewaarmerkt afschrift van deze beslissing toe te zenden,
4.4
beveelt dat het proces in de hoofdzaken wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van de verzoeken.
Deze beslissing is gegeven door mr. R.H.M. Bruin, voorzitter, mr. Th.S. Röell en mr. M. Mateman, leden van de wrakingskamer, in tegenwoordigheid van mr. Y.D. Ancion, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 20 november 2020.
griffier voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.
Bijlage:
Zaaknummers van de hoofdzaken:
op de geplande zitting van 6 november 2020 (horende bij het wrakingsverzoek met nummer C/15/308317 HA RK 20-183):
19-0896 t/m 19-0899
19-3281
19-3282
19-3288 t/m 19-3294
19-3353 t/m 19-3363
19-3365 t/m 19-3374
19-3517 t/m 19-3521
19-3528 t/m 19-3537
19-3549 t/m 19-3563
19-3638 t/m 19-3648
19-3651 t/m 19-3656
19-3680 t/m 19-3684
19-3718 t/m 19-3720
19-3740 t/m 19-3764
19-3855 t/m 19-3886
19-3954
19-3955
19-4001 t/m 19-4013
19-4382
19-4541 t/m 19-4544
19-4627 t/m 19-4629
19-4641 t/m 19-4644
19-4911
19-4913
19-4959
op de geplande zitting van 24 november 2020 (horende bij het wrakingsverzoek met nummer C/15/308651 HA RK 20-189):
19-2334 t/m 19-2339
19-2341 t/m 19-2358
19-2393
19-2490
19-2497
19-2500
19-2595
19-2602
19-2631 t/m 19-2637
19-2639
19-2642 t/m 19-2647
19-2649 t/m 19-2651
19-2656 t/m 19-2658
19-2667 t/m 19-2669
19-2670 t/m 19-2680
19-2682 t/m 19-2690
19-2695 t/m 19-2711
19-2720 t/m 19-2733
19-2750 t/m 19-2759
19-2767 t/m 19-2797
19-2812
19-2830
19-2831
19-4232 t/m 19-4299
19-4301
19-4308
19-4311
19-4380
19-4403
19-4405 t/m 19-4435
19-4506 t/m 19-4517
19-4545 t/m 19-4603
19-4631 t/m 19-4640
19-4645 t/m 19-4649
op de geplande zitting van 11 december 2020 (horende bij het wrakingsverzoek met nummer C/15/308653 HA RK 20-190):
19-2397 t/m 19-2401
19-2570
19-2715 t/m 19-2719
19-2813
19-2836 t/m 19-2838
19-2843 t/m 19-2849
19-3545 t/m 19-3548
19-3692 t/m 19-3704
19-3795