Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2021/1139 tot oprichting van het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en tot wijziging van Verordening (EU) 2017/1004
Artikel 13 Niet-subsidiabele concrete acties of uitgaven
Geldend
Geldend vanaf 14-07-2021
- Bronpublicatie:
07-07-2021, PbEU 2021, L 247 (uitgifte: 13-07-2021, regelingnummer: 2021/1139)
- Inwerkingtreding
14-07-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-07-2021, PbEU 2021, L 247 (uitgifte: 13-07-2021, regelingnummer: 2021/1139)
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Soortenbescherming
EU-recht / Financiering
De volgende concrete acties of uitgaven komen niet in aanmerking voor steun uit het EFMZVA:
- a)
concrete acties die de vangstcapaciteit van een vissersvaartuig vergroten, tenzij anders bepaald bij artikel 19;
- b)
de aankoop van uitrusting waarmee een vissersvaartuig vis beter kan opsporen;
- c)
de bouw, de aankoop of de invoer van vissersvaartuigen, tenzij anders bepaald bij artikel 17;
- d)
de overdracht of omvlagging van vissersvaartuigen naar een derde land, ook door de oprichting van joint ventures met partners van derde landen;
- e)
de tijdelijke of definitieve stopzetting van visserijactiviteiten, tenzij anders bepaald bij de artikelen 20 en 21;
- f)
experimentele visserij;
- g)
de overdracht van de eigendom van een bedrijf;
- h)
het rechtstreeks uitzetten van vis, behalve in het kader van een herintroductiemaatregel of andere instandhoudingsmaatregelen waarin uitdrukkelijk bij een rechtshandeling in de Unie is voorzien, of in geval van het experimenteel uitzetten van vis;
- i)
de aanleg van nieuwe havens of nieuwe afslagen, met uitzondering van nieuwe aanlandingsplaatsen;
- j)
marktinterventiemechanismen om visserij- of aquacultuurproducten tijdelijk of definitief uit de markt te nemen met het oog op een verminderd aanbod om een prijsdaling te voorkomen of om de prijzen op te drijven, tenzij anders bepaald bij artikel 26, lid 2;
- k)
investeringen in de situatie aan boord van vissersvaartuigen om te voldoen aan de vereisten krachtens het bij de indiening van de steunaanvraag geldende Unierecht, met inbegrip van de vereisten in het kader van de verplichtingen van de Unie in de context van ROVB's, tenzij anders bepaald bij artikel 22;
- l)
investeringen in de situatie aan boord van vissersvaartuigen die in de twee kalenderjaren voorafgaand aan het jaar van indiening van de steunaanvraag gedurende minder dan 60 dagen per jaar visserijactiviteiten hebben verricht;
- m)
vervanging of modernisering van een hoofd- of hulpmotor van een vissersvaartuig, tenzij anders bepaald bij artikel 18.