Einde inhoudsopgave
Regeling luchtvaartvertoningen
Artikel 9
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2011
- Bronpublicatie:
10-03-2011, Stcrt. 2011, 4720 (uitgifte: 25-03-2011, regelingnummer: IENM/BSK-2011/19643)
- Inwerkingtreding
01-04-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-03-2011, Stcrt. 2011, 4720 (uitgifte: 25-03-2011, regelingnummer: IENM/BSK-2011/19643)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
1.
Voor iedere luchtvaartvertoning wordt door de organisator van de luchtvaartvertoning een vertoningdirecteur aangewezen.
2.
De vertoningdirecteur, bedoeld in het eerste lid, heeft de vereiste ervaring behorend bij de categorie waarin de desbetreffende luchtvaartvertoning overeenkomstig tabel 2 van de bijlage behorend, bij deze regeling, wordt ingedeeld.
3.
Indien de organisator een vertoningdirecteur aanwijst die bij eerdere luchtvaartvertoningen aantoonbaar in strijd heeft gehandeld met bepalingen van paragraaf 4 die in artikel 39 als strafbaar feit zijn aangemerkt, kan de minister besluiten de aanvraag van een vergunning af te wijzen.
4.
Indien de vertoningdirecteur gedurende drie kalenderjaren niet belast is met de leiding van een luchtvaartvertoning in de in tabel 2 van de bijlage, behorend bij deze regeling, vermelde hoogste categorie waarvoor hij de vereiste ervaring had, wordt hij één categorie lager ingedeeld.
5.
De vertoningdirecteur is niet tegelijkertijd deelnemer aan de luchtvaartvertoning waarvoor hij krachtens het eerste lid is aangewezen.