Einde inhoudsopgave
Besluit prudentiële regels Wft
Artikel 45 [Beëindiging door vertegenwoordiger]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2024
- Bronpublicatie:
24-11-2023, Stb. 2024, 10 (uitgifte: 30-01-2024, kamerstukken: 2023000277)
- Inwerkingtreding
01-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-11-2023, Stb. 2024, 10 (uitgifte: 30-01-2024, kamerstukken: 2023000277)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Verzekeringsrecht / Algemeen
1.
De vertegenwoordiger, bedoeld in artikel 3:40, 3:47, zesde lid, of 3:50, tweede lid, van de wet die voornemens is de vertegenwoordiging te beëindigen, geeft daarvan kennis aan de Nederlandsche Bank.
2.
De vertegenwoordiger van een verzekeraar als bedoeld in artikel 3:47, eerste lid, of 3:50, tweede lid, van de wet behoudt de hoedanigheid van vertegenwoordiger tot de dag waarop hij van de beëindiging kennis heeft gegeven aan de Nederlandsche Bank.
3.
De vertegenwoordiger geeft geen uitvoering aan het voornemen indien de Nederlandsche Bank er niet mee instemt. Indien de Nederlandsche Bank besluit niet in te stemmen met het voornemen, maakt zij haar besluit daartoe aan de financiële onderneming bekend:
- a.
binnen zes weken na ontvangst van de kennisgeving; of
- b.
indien de Nederlandsche Bank binnen twee weken na ontvangst van de kennisgeving om nadere gegevens heeft verzocht, binnen zes weken na ontvangst van die gegevens, doch uiterlijk binnen dertien weken na ontvangst van de kennisgeving.