NJ 1954/478
Een minderjarige die onttrokken is aan het wettig over hem gesteld gezag"i.d.z. van art. 280 Sr.
HR 22-12-1953, ECLI:NL:HR:1953:75, m.nt. Prof. Mr. B.V.A. Röling
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 december 1953
- Magistraten
Mrs Fick, Feber, Vrij, Westerouen van Meeteren Rapp., Haga
- Zaaknummer
[22121953/NJ_1954-478]
- Conclusie
Mr. Langemeijer
- Noot
Prof. Mr. B.V.A. Röling
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS135108:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1953:75, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑12‑1953
- Wetingang
(Sr. artt. 279 v.). 1
Essentie
Een minderjarige die onttrokken is aan het wettig over hem gesteld gezag"i.d.z. van art. 280 Sr.
Samenvatting
Hiermede wordt gedoeld op een minderjarige, die in den toestand verkeert van te zijn onttrokken aan het wettig over hem gesteld gezag, welke toestand intreedt wanneer onttrekking van den minderjarige aan dit gezag i.d.z. van art. 279 Sr. heeft plaats gehad.
Het Hof heeft ...... geoordeeld dat van zodanig onttrekken slechts gesproken kan worden, wanneer het bedoelde wettig gezag den minderjarige in zijn macht of feitelijke heerschappij had en die macht of die heerschappij door enige handeling wordt verbroken, doch deze ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.