NJB 2017/155:Medische aansprakelijkheid. Een te vroeg geboren baby wordt gecontroleerd op het risico van netvliesloslating. Zij ondergaat daarna een spoedbehandeling. Die behandeling verhindert niet dat zij uiteindelijk blind wordt. In geschil is of de controle te laat heeft plaatsgevonden en of daardoor een kans op een beter behandelingsresultaat verloren is gegaan. Hoge Raad: 1. Hypothetische situatie. Voor de hypothetische situatie dient niet te worden uitgegaan van de norm van een redelijk handelend en redelijk bekwaam beroepsgenoot, maar van de behandeling die feitelijk zou hebben plaatsgevonden, zij het dat daarbij wel uitgangspunt moet zijn dat geen normschending zou hebben plaatsgevonden. 2. Kansschade. Het hof had niet in het midden mogen laten of er een rechtens relevante kans bestond dat een redelijk bekwaam en redelijk handelend arts bij tijdige controle voor de – in de woorden van het hof – optimale behandeling zou hebben gekozen. Het verlies van een dergelijke kans zou immers schade kunnen opleveren die voor vergoeding in aanmerking komt. De enkele bevinding van een deskundige dat de kans dat eerdere behandeling tot een beter resultaat zou hebben geleid, niet groot was, kan niet het oordeel dragen dat deze kans rechtens niet relevant was