RAR 2005, 20
Gelijke behandeling m/v. In hoeverre moet causaal verband worden aangetoond tussen een — gegeven — discriminerende gedraging van werkgever en de door gediscrimineerde geleden schade; welke factoren bepalen o.a. de omvang van de schade en speelt immateriële schade een rol?
Rb. Assen 01-12-2004, ECLI:NL:RBASS:2004:AR8103
- Instantie
Rechtbank Assen
- Datum
1 december 2004
- Magistraten
Mr. F. le Poole
- Zaaknummer
42840/HAZA03-434
- LJN
AR8103
- JCDI
JCDI:ADS870430:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Ambtenarenrecht / Arbeidsvoorwaarden
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Grondrechten
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBASS:2004:AR8103, Uitspraak, Rechtbank Assen, 01‑12‑2004
- Wetingang
BW art. 6:106; BW art. 7:646; Sr art. 429quater; WGB art. 3 lid 1
Essentie
In hoeverre moet causaal verband worden aangetoond tussen een — gegeven — discriminerende gedraging van werkgever en de door gediscrimineerde geleden schade; welke factoren bepalen o.a. de omvang van de schade en speelt immateriële schade een rol?
Samenvatting
Eiseres heeft telefonisch gesolliciteerd naar een baan als vrachtwagenchauffeur, waarvoor twee vacatures bestonden. In het telefoongesprek met de beoogd werkgever (gedaagde) werd haar meegedeeld dat beide vacatures reeds vervuld waren. Haar mannelijke partner heeft daarna telefonisch geïnformeerd naar de vacatures en hem werd gezegd dat er nog één vacature openstond. Eiseres heeft hierop aangifte van discriminatie gedaan, de werkgever is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.