NJ 1969, 397
Rb. Assen, 15-04-1969
Rb. Assen 15-04-1969, ECLI:NL:RBASS:1969:AB4869
- Instantie
Rechtbank Assen
- Datum
15 april 1969
- Magistraten
Thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg, Anneveldt, Berkhout
- Zaaknummer
[1969-04-15/NJ_52295]
- LJN
AB4869
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBASS:1969:AB4869, Uitspraak, Rechtbank Assen, 15‑04‑1969
- Wetingang
Rv (oud) art. 744
Essentie
Verklaringsprocedure.
Samenvatting
Hoewel art. 744 Rv. bepaalt dat aan de gedaagde alle kosten aan zijn zijde behoren te worden goed gedaan, brengt zulks niet met zich mede dat niet noodzakelijke kosten — in casu naast de wel voor het doen van de verklaring noodzakelijke procureurskosten de kosten van een advocaat — door gedaagde zullen mogen worden voldaan uit het bedrag dat gedaagde van de geexecuteerde blijkens zijn — gedaagdes — verklaring onder zich heeft.
Gedaagde veroordeeld in de verdere kosten, welke eiser heeft moeten maken in verband met het gevoerde verweer.
Partij(en)
De Ontvanger der Dir. Belastingen, te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.