Einde inhoudsopgave
Aanwijzingen voor de regelgeving
Aanwijzing 8.20 Overlegging tijdens recesperioden
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2024
- Bronpublicatie:
20-06-2024, Stcrt. 2024, 20921 (uitgifte: 28-06-2024, regelingnummer: 3815813)
- Inwerkingtreding
01-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-06-2024, Stcrt. 2024, 20921 (uitgifte: 28-06-2024, regelingnummer: 3815813)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Staatsrecht / Wetgeving
1.
Voor overlegging van een verdrag aan de beide Kamers der Staten-Generaal ter stilzwijgende goedkeuring wordt een zodanig tijdstip gekozen dat ten minste tweederde van de in artikel 5, eerste lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen bedoelde termijn buiten een reces van de Kamers valt.
2.
Voor overlegging aan de beide Kamers der Staten-Generaal van een verdrag, dat uitsluitend de uitvoering betreft van een goedgekeurd verdrag, zoals bedoeld in artikel 7, onder b, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, wordt een zodanig tijdstip gekozen dat ten minste twee derde van de in artikel 8, tweede lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen genoemde termijn buiten een reces van de Kamers valt.
3.
Voor de overlegging aan de beide Kamers der Staten-Generaal van een verdrag, dat de verlenging van een aflopend verdrag betreft, zoals bedoeld in artikel 7, onder e, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, wordt een zodanig tijdstip gekozen dat ten minste twee derde van de in artikel 9, tweede lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen genoemde termijn buiten een reces van de Kamers valt.
4.
Indien de voorgaande leden niet in acht genomen kunnen worden, wordt dit bij de overlegging dan wel de kennisgeving door de Minister van Buitenlandse Zaken uitdrukkelijk en gemotiveerd vermeld.
Officiële toelichting